Uitzonderingen verhuurverbod opkoopbescherming

In heel Leiden geldt opkoopbescherming. Hebt u na 1 januari 2024 een woning gekocht en wilt u die gaan verhuren? Is de WOZ-waarde van de woning gelijk aan of lager dan de bovengrens die geldt voor de Nationale Hypotheek Garantie? Dan mag u deze woning niet verhuren. Er zijn een paar uitzonderingen. Gelden die voor u? Dan kunt u een verhuurvergunning opkoopbescherming aanvragen.

Waarom opkoopbescherming?

Door een opkoopbescherming in te voeren, maakt de gemeente het onaantrekkelijk voor beleggers om een starterswoning op te kopen om deze te verhuren. Hiermee wil de gemeente Leidse starters op de woningmarkt en mensen met middeninkomens meer kans geven op een betaalbare koopwoning.

Wanneer geldt de opkoopbescherming niet?

In deze gevallen hoeft u geen verhuurvergunning opkoopbescherming aan te vragen:

  • Als u de woning geleverd kreeg vóór 1 januari 2024. Levering is het moment dat u de sleutels van de woning krijgt bij de notaris. Het tekenen van een voorlopig koopcontract of andere overeenkomsten voorafgaand aan de levering veranderen deze voorwaarde niet.
  • Als de woning een WOZ-waarde heeft die hoger ligt dan de bovengrens die geldt voor de Nationale Hypotheek Garantie. Hierbij geldt de meest recent vastgestelde WOZ-waarde.
  • Als u een woning koopt die door de vorige eigenaar al langer dan 6 maanden wordt verhuurd.

Uitzonderingen op de opkoopbescherming

In bepaalde situaties mag u een woning die onder de opkoopbescherming valt, toch verhuren. U vraagt dan een verhuurvergunning opkoopbescherming aan. 

Voorwaarden

  • U gaat de woning verhuren aan eerstegraads of tweedegraads familieleden. Eerstegraads: uw directe familie, zoals (schoon)ouders, (schoon)kinderen en partners. Tweedegraads: hieronder vallen grootouders, kleinkinderen, (schoon)broers en (schoon)zussen.
  • U woont een langere periode (tijdelijk) niet in uw woning. Bijvoorbeeld als u langere tijd op reis gaat. Dan kunt u de woning één keer tijdelijk verhuren (maximaal 12 maanden). Toeristische verhuur is niet toegestaan. De voorwaarde is wel dat u eerst minimaal 12 maanden zelf in de woning gewoond hebt.

Aanvragen verhuurvergunning opkoopbescherming

Wie vraagt de vergunning aan?

De eigenaar van de woning vraagt de vergunning aan. Bent u met twee of meer eigenaren? Dan doet één van u de aanvraag. U vraagt een vergunning aan voor iedere woning die u wilt verhuren. 

Bent u geen natuurlijke persoon, maar wilt u toch deze vergunning aanvragen? Neem dan contact op met de gemeente. Rechtspersonen, zoals vennootschappen, stichtingen en verenigingen krijgen geen vergunning, maar betalen wel legeskosten, ook voor een geweigerde vergunning.

Wat hebt u nodig voor de aanvraag?

  • Bij verhuur aan eerste- of tweedegraads familie: geef de geboortedatum van de huurder door.
  • Bij verhuur van uw woonruimte tijdens uw afwezigheid: stuur de huurovereenkomst (van maximaal 12 maanden) mee die u af gaat sluiten.

Kosten

Het aanvragen van de verhuurvergunning opkoopbescherming kost € 938,50. U betaalt deze kosten ook als de gemeente uw aanvraag afwijst. Let dus goed op of u voldoet aan de voorwaarden voor een vergunning.

Heb ik nog een andere verhuurvergunning nodig?

Mogelijk hebt u nog andere vergunning nodig om te mogen verhuren in Leiden. In bepaalde wijken hebt u dan ook ook nog een verhuurvergunning goed verhuurderschap nodig. Zie hiervoor de pagina Verhuurvergunning goed verhuurderschap.

Hoelang duurt het?

U hoort het besluit van de gemeente binnen 8 weken.

Vier jaar na levering van de woning vervalt de opkoopbescherming voor de woning. U mag de woning dan ook verhuren aan niet-familieleden. Ook kunt u dan de woning in verhuurde staat verkopen zonder dat de nieuwe eigenaar een vergunning nodig heeft. 

U mag de woning verkopen in verhuurde staat. De nieuwe eigenaar heeft dan geen nieuwe opkoopbescherming verhuurvergunning nodig, maar let op: dit geldt alleen als u de woning al langer dan 6 maanden verhuurt.