NADERE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR HET PARKEREN (Nadere voorschriften parkeren gemeente Leiden 2023)

Geldend van 21-07-2023 t/m heden

Intitulé

NADERE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR HET PARKEREN (Nadere voorschriften parkeren gemeente Leiden 2023)

Besluiten:

  • 1.

    De raad voor te stellen de Parkeerbelastingverordening 2023 vast te stellen, waarin:

    • -

      de tarieven voor het straatparkeren en de verschillende typen parkeervergunningen in de nieuwe parkeerzones C1 t/m C4 zijn opgenomen, inclusief de afwijkende tarieven die gelden bij winkelcentra Diamantplein en Wagnerplein, bedrijfslocatie Amphoraweg en zwembadlocatie Voorschoterweg;

    • -

      de mogelijkheid wordt geboden om na het verstrijken van de maximale parkeerduur van 2 uur, telkens opnieuw voor maximaal 2 uur parkeerbelasting te betalen.

  • 2.

    De raad voor te stellen de Parkeerverordening 2023 vast te stellen, waarin:

    • -

      De mogelijkheid wordt geboden om in deelzones een wachtlijst te hanteren voor de uitgifte van bewonersparkeervergunningen;

    • -

      Artikel 3a is aangepast, zodat ook in parkeerzones C1 t/m C4 geen parkeervergunning wordt verleend aan bewoners van nieuwbouw en woningen ontstaan door functiewijziging, splitsing of verkamering waarvoor de omgevingsvergunning is verstrekt na publicatie van het Aanwijzingsbesluit parkeerrestrictiegebied d.d. 3 juni 2021;

    • -

      Enkele definities zijn toegevoegd aan de begripsbepalingen in artikel 1.

  • 3.

    De Nadere voorschriften parkeren gemeente Leiden 2023 aan te passen, zodat:

    • -

      parkeerzone A, voor de uitgifte van bewonersparkeervergunningen (inclusief deelautoparkeervergunningen), wordt onderverdeeld in 4 deelzones, te weten (Binnenstad-Oost);

    • -

      per deelzone de volgende uitgifteplafonds (maximaal aantal uit te geven bewonersparkeervergunningen) gaan gelden:

      Deelgebied

      Uitgifteplafond

      A1

      222

      A2

      1208

      A3

      1037

      A4

      1569

    • -

      opgenomen wordt welke regels er gelden omtrent de plaatsing van aanvragen om parkeervergunning op een wachtlijst in deelzones A1, A2, A3 en A4;

    • -

      de verenigingsvergunning niet geldig is bij een rode-band-parkeerautomaat;

    • -

      parkeerzones C1 t/m C4 geïntroduceerd worden, zodat de nadere voorschriften ook van toepassing zijn op de parkeervergunningen die verstrekt worden in parkeerzones C1 t/m C4;

    • -

      bewoners in de parkeerzones C1 t/m C4 tot 1 juli 2026 nog de mogelijkheid hebben om een derde bewonersparkeervergunning per adres aan te schaffen en te gebruiken;

    • -

      de werknemersgebieden en het maximaal aantal uit te geven werknemersparkeervergunningen per werknemersgebied in parkeerzone C vastgelegd zijn.

  • 4.

    Het Aanwijzingsbesluit parkeerrestrictiegebied aan te passen, zodat:

    • -

      parkeerzone C wordt onderverdeeld in 4 parkeerzones: C1 (Hoge Mors), C2 (Meerburg);

  • 5.

    Voornemens te zijn om kaart Z/22/4236064 vast te stellen, waarop aangegeven wordt dat bij de winkelcentra Diamantplein en Wagnerplein een rode-band- parkeerautomaat-regime geldt;

  • 6.

    De hardheidsclausule ad artikel 3, lid 11 van de parkeerverordening voor de verlening van parkeervergunningen niet toe te passen bij de projecten Dolfijn ’t Schippertje, Rhijnvreugd en Turkooislaan, aangezien de volledige parkeereis op het eigen terrein wordt opgelost.

Het college van burgemeester en wethouders van Leiden,

Gelet op artikel 4 van de Parkeerverordening 2022

Besluit vast te stellen de NADERE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR HET PARKEREN (Nadere voorschriften parkeren gemeente Leiden 2023)

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder “verordening”: de vigerende Parkeerverordening. De begrippen zoals omschreven in artikel 1 van de verordening zijn integraal van toepassing op dit besluit.

Artikel 2 Bewonersparkeervergunning

  • 1. Per zone worden niet meer bewonersparkeervergunningen verstrekt dan het aantal beschikbare parkeerplaatsen en niet meer dan het uitgifteplafond.

  • 2.

    • a.

      Bewonersparkeervergunningen worden in zone A verleend op basis van de indeling (deelzones A1 t/m A4) zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart Z/22/4236057 in bijlage 3.

      Per deelzone is een uitgifteplafond vastgesteld. De uitgifteplafonds worden per deelzone weergegeven op kaart Z/22/4236057 in bijlage 3.

    • b.

      Per adres wordt in zone A maximaal één bewonersparkeervergunning verleend, zolang het uitgifteplafond in de betreffende deelzone niet is overschreden. Bewoners die op het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels al in het bezit zijn van een 2e bewonersparkeervergunning, behouden deze tot het moment dat een wijziging plaatsvindt in de omstandigheden die hebben geleid tot de verlening van de betreffende vergunning of als de vergunning van rechtswege vervalt wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig voldoet aan zijn of haar betalingsplicht. Hieronder wordt niet verstaan een kentekenwijziging. Een bewonersparkeervergunning kan worden verleend op voorwaarde dat er geen aanvragen op de wachtlijst staan, als bedoeld in artikel 4, derde lid, aanhef en onder a van de verordening. De volgorde van plaatsing van aanvragen voor een bewonersparkeervergunning op een wachtlijst, gebeurt op datum van binnenkomst. De hoogstgeplaatste vergunningaanvraag wordt het eerst in behandeling genomen. De behandeling van de vergunningaanvraag vindt plaats op het moment dat er een bewonersparkeervergunning vervalt dan wel ingetrokken wordt. Een deelautoparkeervergunning verleend op een adres wordt als bewonersparkeervergunning meegeteld voor het maximum aantal te verlenen vergunningen.

    • c.

      Bij overlijden van aanvrager zal diens rechtsopvolger onder algemene titel, die voldoet aan alle vereisten voor een parkeervergunning als benoemd in dit artikel 2 van deze Nadere Voorschriften en artikel 3 van de parkeerverordening en waarvoor geen reden is tot weigering als bedoeld in artikel 3a van de parkeerverordening in de plaats treden van aanvrager.

  • 3. Per adres worden in zone B1 en B2 maximaal twee bewonersparkeervergunningen verleend, zolang het uitgifteplafond niet is overschreden. Voor bewoners die op het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels al in het bezit zijn van een 3e bewonersparkeervergunning, behouden deze tot het moment dat er een wijziging plaatsvindt in de omstandigheden die hebben geleid tot de verlening van de betreffende vergunning of als de vergunning van rechtswege vervalt wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig voldoet aan zijn of haar betalingsplicht. Hieronder wordt niet verstaan een kentekenwijziging. Een deelautoparkeervergunning verleend op een adres wordt als bewonersparkeervergunning meegeteld voor het maximum aantal te verlenen vergunningen;

  • 4. Per adres worden in zones C1 t/m C4 maximaal drie bewonersparkeervergunningen verleend, zolang het uitgifteplafond niet is overschreden.

    Een deelautoparkeervergunning verleend op een adres wordt als bewonersparkeervergunning meegeteld voor het maximum aantal te verlenen vergunningen.

    Vanaf 1 januari 2026 kunnen er per adres maximaal twee bewonersparkeervergunningen worden verleend. Aanvragen voor derde bewonersparkeervergunningen worden dan niet meer verleend of verlengd;

  • 5. Aan de bewoner die niet is ingeschreven in de basisregistratie personen maar kan aantonen werkzaam én woonachtig te zijn in Leiden, wordt per adres maximaal één bewonersparkeervergunning verleend.

  • 6. Met een bewonersparkeervergunning voor zone A kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in zone A en zones B1 en B2, met uitzondering van plaatsen bij parkeerautomaten met een rode band.

    Met een bewonersparkeervergunning voor zones B1 en B2 kan alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen in zones B1 en B2.

    Met een bewonersparkeervergunning voor zones C1 t/m C4 kan alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen in de vergunde zone., met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band.

  • 7. Een bewoner die aan kan tonen de bewonersparkeervergunning te hebben laten vervallen voor deelname aan een autodateproject, kan na beëindiging van deelname aan het autodateproject opnieuw voor een bewonersparkeervergunning in aanmerking komen voor dezelfde zone, ongeacht het bestaan van wachtlijsten. Voorwaarde is dat de nieuwe aanvraag gedaan wordt binnen 26 weken na de vervaldatum van de oude bewonersparkeervergunning.

  • 8. Het kenteken van het voertuig waarvoor een vergunning wordt aangevraagd dient te zijn geregistreerd op naam van de aanvrager.

  • 9. Bij het aanvragen van een bewonersparkeervergunning;

    • a.

      voor een leaseauto dient er een leasecontract of leasemachtiging en een brief van de werkgever, overgelegd te worden. Uit deze documentatie moet blijken dat de aanvrager enig bestuurder is van het leasevoertuig en privé gebruik kan en mag maken van het betreffende voertuig; voor een bedrijfsvoertuig dat aan aanvrager ter beschikking is gesteld dient een brief van de werkgever waarin de aanvrager wordt aangemerkt als de enige bestuurder van het bedrijfsvoertuig, overgelegd te worden en privé gebruik kan en mag maken van het betreffende voertuig;

    • b.

      voor een voertuig van een bewoner die niet in het basisregister personen is ingeschreven dient er een arbeidsovereenkomst van een bedrijf gevestigd in Leiden en een huur- of koopcontract van de zelfstandige woning overgelegd te worden.

  • 10. De bewonersparkeervergunning wordt gesteld op kenteken. Op een eerste bewonersparkeervergunning kunnen maximaal twee kentekens worden vermeld. Op een tweede of derde bewonersparkeervergunning kan maximaal één kenteken worden vermeld. De eisen gesteld in de overige leden van dit artikel gelden ook voor het tweede vermelde kenteken.

  • 11. De houder van een bewonersparkeervergunning kan maximaal vier keer per jaar een tijdelijke kentekenwijziging doorgeven. Indien het een wijziging betreft ten behoeve van een voertuig dat niet op naam staat van de vergunninghouder bedraagt de duur van de wijziging telkens maximaal vier weken. Een kentekenwijziging dient door de vergunninghouder te worden opgegeven.

Artikel 3 Bedrijfsparkeervergunning

  • 1. Bij de aanvraag voor een bedrijfsparkeervergunning, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder b van de verordening, dient een recent uittreksel uit het Handelsregister (Kamer van Koophandel), niet ouder dan 1 jaar, overgelegd te worden.

  • 2. In zone A kan per bedrijf maximaal één bedrijfsparkeervergunning worden verleend. In zones B1 en B2 en zones C1 t/m C4 kunnen per bedrijf maximaal twee bedrijfsparkeervergunningen worden verleend.

  • 3. Met een bedrijfsparkeervergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in de vergunde zone.. Er mag met een bedrijfsparkeervergunning niet geparkeerd worden op plaatsen bij parkeerautomaten met een rode band.

  • 4. De bedrijfsparkeervergunning in zone A is geldig van maandag tot en met zaterdag van 08:00 uur tot 22:00 uur en zondag van 12:00 uur tot 22:00 uur.

    De bedrijfsparkeervergunning in zones B1 en B2 is geldig van maandag tot en met zaterdag van 09:00 uur tot 19:30 uur.

    De bedrijfsparkeervergunning zones C1 t/m C4 is geldig van maandag tot en met vrijdag van 09:00 uur tot 19:30 uur.

  • 5. De bedrijfsparkeervergunning wordt gesteld op naam van het bedrijf.

Artikel 4 Zorgparkeervergunning

  • 1. Aan een zelfstandig werkende huisarts, verloskundige, (thuis) zorg- of hulpverlener en dierenarts of professionele (thuis)zorg- of hulpverleningsinstelling kunnen maximaal 5 parkeervergunningen, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder c van de verordening, worden verstrekt, ten behoeve van de in dienst zijnde zorg- of hulpverleners. Indien de zorg- of hulpverleningsinstelling aantoonbaar meer dan 20 werknemers heeft, kan voor elke 10 werknemers boven de 20, 1 extra zorgparkeervergunning verstrekt worden, tot een maximum van 23 stuks.

  • 2. De aanvrager moet de aanvraag gemotiveerd indienen. In de motivatie dient aangegeven te worden, waarom het voor de beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is een motorvoertuig te parkeren binnen de zones en dat er niet op andere wijze in parkeerruimte kan worden voorzien.

  • 3. Aanvragen van een zorg- of hulpverleningsinstelling worden gedaan door het bestuur / directie.

  • 4. De zorgparkeervergunning is geldig op alle vastgestelde tijden waarop parkeerbelasting verschuldigd is binnen de )zones.

  • 5. De zorgparkeervergunning wordt gesteld op naam van de zorg- of hulpverleningsinstelling.

  • 6. Met een zorgparkeervergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen.

Artikel 5 Klussenbusparkeervergunning

  • 1. Op aanvraag van een klusbedrijf met maximaal 5 werknemers, kan een klussenbusparkeervergunning, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid aanhef en onder d van de verordening, worden verleend.

  • 2. Een klussenbusparkeervergunning is geldig binnen de zones van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 17.00 uur.

  • 3. Bij de aanvraag van een klussenbusparkeervergunning moet gemotiveerd door de aanvrager worden aangetoond dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is de klussenbus te parkeren indien en voor zover in dat gebied voor parkeren parkeerbelasting wordt geheven. Verder dient een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 1 jaar, overgelegd te worden.

  • 4. Per adres worden maximaal drie klussenbusparkeervergunningen verleend.

  • 5. De klussenbusparkeervergunning wordt gesteld op naam van het bedrijf.

  • 6. Met een klussenbusparkeervergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band.

Artikel 6 Werknemersparkeervergunning

  • 1. Op aanvraag van een werkgever van een in Leiden gevestigd bedrijf kan een werknemersparkeervergunning worden verleend als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de verordening. Onder de werknemer wordt in dit kader tevens verstaan de werkgever.

    De vergunning wordt verleend voor het gebied binnen de zone waar het bedrijf is gevestigd.

  • 2. De werknemersparkeervergunning wordt gesteld op naam van het bedrijf.

  • 3. Werknemersparkeervergunningen worden verleend op basis van de gebiedsindeling (gebied I t/m X) zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart Z/22/4236050 in bijlage I.

    Per gebied is een maximaal aantal werknemersparkeervergunningen vastgesteld. De maximale aantallen werknemersparkeervergunningen worden per gebied weergegeven op kaart Z/20/1607085 in bijlage I.

  • 4. Werknemersparkeervergunningen worden verleend in zone A voor specifiek aangewezen terreinen en/of straatsecties in een deelgebied. Wanneer het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen voor een specifiek aangewezen terrein en/of straatsectie bereikt is, worden vergunningen verleend voor het overige deel van het gebied. Het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen wordt per gebied en terrein/sectie weergegeven op kaart Z/20/1607085 in bijlage I.

  • 5. Werknemersparkeervergunningen worden verleend in zones B1 en B2 voor het betreffende werknemersgebied. Wanneer het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen voor het betreffende gebied is bereikt, wordt de aanvraag op de wachtlijst geplaatst. Het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen wordt per gebied weergegeven op kaart Z/22/4236050 in bijlage I.

  • 6. Werknemersparkeervergunningen worden verleend in zones C1 t/m C4 voor het betreffende werknemersgebied. Wanneer het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen voor het betreffende werknemersgebied is bereikt, wordt de aanvraag op de wachtlijst geplaatst. Het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen wordt per werknemersgebied weergegeven op kaart Z/22/4236050 in bijlage I.

  • 7. Voor het vaststellen van het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor werknemers van een bedrijf zijn de gegevens met betrekking tot het aantal werkzame personen van het betreffende bedrijf, zoals opgenomen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, bepalend.

    De verlening is als volgt:

    Aantal werkzame personen

    Aantal vergunningen

    1 t/m 10

    3

    11 t/m 20

    5

    21 t/m 30

    6

    31 t/m 40

    7

    41 t/m 50

    8

    > 50

    1 per 10 extra fte

    Voor bedrijventerrein De Waard (gebied X) is de verlening als volgt:

    Aantal werkzame personen

    Aantal vergunningen

    1 t/m 3

    2

    4 t/m 6

    3

    7 t/m 9

    4

    10 t/m 12

    5

    13 t/m 15

    6

    16 t/m 18

    7

    19 t/m 21

    8

    22 t/m 24

    9

    25 t/m 27

    10

    28 t/m 30

    11

    > 30

    1 per 3 extra werkzame personen

  • 8. In zone A geldt een maximum van 10 vergunningen per bedrijf.

  • 9. Indien het bedrijf beschikt over parkeerplaatsen op eigen of gehuurd terrein wordt het aantal parkeerplaatsen dat beschikbaar is voor werknemers in mindering gebracht op het totaal aantal te vergeven werknemersparkeervergunningen waarvoor het betreffende bedrijf in aanmerking komt. Het aantal parkeerplaatsen dat beschikbaar is voor werknemers wordt berekend aan de hand van de bedrijfsvoering (SBI code) en bijbehorend werknemerspercentage zoals opgenomen in de tabel in bijlage 2.

  • 10. Bij het bepalen van de parkeercapaciteit op eigen of gehuurd terrein, worden voor de parkeervakken (en bijbehorende weggedeelten) de afmetingen gehanteerd zoals opgenomen in de meest recente NEN-norm 2443.

  • 11. Bij aanvraag van een werknemersparkeervergunning dient een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan één maand, van het bedrijf te worden overgelegd Indien uit het uittreksel niet het juiste aantal medewerkers per locatie/vestiging kan worden herleid dan dient een door een accountant gewaarmerkt document te worden overgelegd zoals een (kopie)jaarrekening of een verklaring van de werkgever met een kopie van de salarisadministratie waar het aantal medewerkers van de betreffende vestiging uit blijkt. Daarnaast moet worden aangegeven over hoeveel eigen parkeerplaatsen het bedrijf beschikt.

  • 12. Een werknemersvergunning, is geldig in het gebied waarvoor de vergunning is verleend en zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart met nummer Z/22/4236050

    • a.

      Gebied I (zone A): ma - vrij 09.00 uur - 21.00 uur

    • b.

      Gebied II – XIV ( (zones B1 en B2 en zones C1 t/m C4): ma - vrij: 09.00 uur - 19.30 uur

  • 13. Voor bedrijven waarvan de medewerkers op zaterdag werken bestaat de mogelijkheid om een werknemersparkeervergunning voor zaterdag aan te vragen. Voor de aanvraag van deze vergunning gelden de regels en voorschriften van artikel 6.

    De vergunning is geldig op zaterdag van 09.00 uur – 19.30 uur en alleen geldig in zones B1 en B2. Het aantal werknemersparkeervergunningen voor de zaterdag, die verleend worden aan werknemers in zone A, worden verdeeld over werknemersgebieden III en V. Het maximaal aantal werknemersparkeervergunningen voor de zaterdag wordt per gebied weergegeven op kaart Z/22/4236050 in bijlage I.

  • 14. Voor gebied IX worden maximaal 100 werknemersparkeervergunningen verstrekt aan het Alrijne ziekenhuis. Werknemers van het Alrijne ziekenhuis komen dan niet meer in aanmerking voor een werknemersparkeervergunning voor gebied II.

  • 15. Met een werknemersparkeervergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band.

  • 16. De volgorde van plaatsing van aanvragen voor de werknemersparkeervergunningen op een wachtlijst, als bedoeld in het van artikel 4, derde lid, aanhef en onder b van de verordening, gebeurt op datum van binnenkomst.

    Bij een wachtlijst voor de werknemersparkeervergunning, wordt de vergunningaanvraag die het hoogst op de wachtlijst staat als eerstvolgend in behandeling genomen. De behandeling van de vergunningaanvraag vindt plaats op het moment dat er een werknemersparkeervergunning vervalt dan wel ingetrokken wordt.

Artikel 7 Verenigingsparkeervergunning

  • 1. Op aanvraag van een vereniging gevestigd binnen één van de zones kan een verenigingsparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder e van de verordening, kunnen maximaal 2 vergunningen op naam worden verleend.

    De vergunning wordt door het bestuur van de vereniging aangevraagd en gemotiveerd.

  • 2. Een verenigingsparkeervergunning kan worden verleend voor de zone waar de vereniging statutair is gevestigd.

  • 3. Bij de aanvraag van een verenigingsparkeervergunning moet door de aanvrager gemotiveerd worden dat het in het belang van diens vereniging noodzakelijk is het betreffende voertuig te parkeren in de zone.

  • 4. Bij de aanvraag van een verenigingsparkeervergunning dient een recent uittreksel uit het Verenigingsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 1 jaar te worden overgelegd. Bij de aanvraag van een verenigingsparkeervergunning dient tevens de notariële akte met de geldende statuten overgelegd te worden.

  • 5. De verenigingsparkeervergunning wordt gesteld op naam van het bedrijf.

  • 6. Met een verenigingsparkeervergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band,

Artikel 8 Deelautoparkeervergunning

  • 1. Op aanvraag van een bewoner van een adres binnen één van de zones kan een deelautoparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder f van de verordening, worden verleend.

  • 2. De vergunning kan worden verleend indien de bewoner;

    • a.

      het motorvoertuig of brommobiel deelt met een andere particuliere deler;

    • b.

      lid is van de Vereniging voor gedeeld autogebruik.

  • 3. Op een deelautoparkeervergunning kan slechts 1 kenteken vermeld worden. Dit kenteken dient op naam te staan van één van de delers.

  • 4. De aanvrager dient een deelnemingsverklaring, maatschaps- of leenovereenkomst en een jaarrekening dan wel ander document te overleggen waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de auto gedeeld wordt met andere, particuliere deler.

  • 5. In het geval een voertuig gedeeld wordt door;

    • -

      een bewoner uit zone A en een bewoner van buiten het reguleringsgebied komt deze in aanmerking voor een deelautoparkeervergunning zone A;

    • -

      door een bewoner uit zones B1 en B2 en een bewoner buiten het reguleringsgebied komt deze in aanmerking voor een deelautoparkeervergunning zones B1 en B2.

    • -

      door een bewoner uit zones C1 t/m C4 en een bewoner buiten het reguleringsgebied komt deze in aanmerking voor een deelautoparkeervergunning in de vergunde zone C1, C2, C3 of C4;

    • -

      door een bewoner uit zone C1 t/m C4 en een bewoner uit zone A komt deze in aanmerking voor een deelautoparkeervergunning die geldig is in de vergunde zone C1, C2, C3 of C4 en zone A en geldt het tarief van zone A;

    • -

      door een bewoner uit zones C1 t/m C4 en een bewoner uit zones B1 en B2 komt deze in aanmerking voor een deelautoparkeervergunning die geldig is in de vergunde zone C1, C2, C3 of C4 en zone B en geldt het tarief voor zones B1 en B2.

  • 6. Met een deelautoparkeervergunning voor zone A kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen, met uitzondering van plaatsen bij parkeerautomaten met een rode band, in zone A en zones B1 en B2.

    Met een deelautoparkeervergunning voor zones B1 en B2 kan alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen in zones B1 en B2.

    Met een deelautoparkeervergunning voor zone C1, C2 C3 of C4 kan alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band, in de vergunde zone;

    Met een deelautoparkeervergunning voor zone C1, C2, C3 of C4 en zone A kan alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen in zone C1, C2, C3 of C4 en op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in zone A, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band;

    Met een deelautoparkeervergunning voor zone C1, C2, C3 of C4 en zones B1 en B2 kan alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen in zones B1 en B2 en zone C1, C2, C3 of C4, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band;

  • 7. De deelautoparkeervergunning telt mee voor het maximaal aantal te verlenen bewonersvergunningen op een adres.

Artikel 9 Gehandicaptenparkeervergunning

  • 1. Op aanvraag van een houder van een gehandicaptenparkeerkaart, kan een gehandicaptenparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3 lid 2 onder g, worden verleend voor het parkeren op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen, vergunninghoudersparkeerplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band..

  • 2. De vergunning wordt verleend voor minimaal 1 dag en maximaal 1 kalenderjaar.

  • 3. De gehandicaptenparkeerkaart moet gedurende de hele periode van de aangevraagde gehandicaptenparkeervergunning geldig zijn.

  • 4. De gehandicaptenparkeervergunning wordt gesteld op kenteken.

  • 5. Per gehandicaptenparkeerkaart kan slecht 1 gehandicaptenparkeervergunning geldig zijn.

  • 6. Bij de aanvraag moet een kopie van de geldige gehandicaptenparkeerkaart worden meegezonden.

Artikel 10 Digitale bezoekersparkeervergunning (parkeerurentegoed)

  • 1. Op aanvraag van een bewoner van een adres binnen één van de kan een digitale bezoekersparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, derde lid, aanhef en onder a, van de verordening, worden verleend voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band. De bezoekersparkeervergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend.

  • 2. Een digitale bezoekersparkeervergunning kan worden verleend aan een bewoner die in de Basisregistratie Personen ingeschreven staat in de zone waarvoor de digitale bezoekersparkeervergunning wordt verstrekt, met dien verstande dat per woonadres niet meer dan één digitale bezoekersparkeervergunning (maximaal urentegoed) wordt verleend.

  • 3. Aan de digitale bezoekersparkeervergunning kunnen beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen.

  • 4. Het college kan aan een bezoekersparkeervergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 5. Het aan te kopen urentegoed op jaarbasis bedraagt voor zone A: maximaal 300 uur en voor zone B1 en B2 en zones C1 t/m C4: maximaal 800 uur. Hierbij kan het maximale urentegoed op de bezoekersparkeervergunning van 300 of 800 uur niet worden overschreden. Ongebruikt urentegoed blijft behouden voor het volgende jaar.

  • 6. Het urentegoed van de digitale bezoekersparkeervergunning is alleen geldig in de zone waarbinnen het adres van de vergunninghouder gelegen is. Bij beëindiging van de bezoekersparkeervergunning bestaat geen recht op restitutie van het ongebruikte urentegoed.

Artikel 11 Mantelzorgparkeervergunning

  • 1. Per mantelzorgontvanger kan maximaal één mantelzorgparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, derde lid, aanhef en onder c van de verordening, worden verleend.

  • 2. De mantelzorgparkeervergunning is 1 jaar geldig.

  • 3. Op de mantelzorgparkeervergunning kunnen maximaal 2 kentekens worden vermeld. Het kenteken moet geregistreerd staan op naam van de mantelzorgverlener.

  • 4. De zorgontvanger moet woonachtig zijn in een zone. De zorggever moet woonachtig zijn buiten de zone waarin de zorgontvanger woonachtig is en niet professioneel verbonden zijn aan de zorgontvanger.

  • 5. De zorgontvanger behoeft minimaal 8 uur per week of langer dan 3 maanden zorg van de aanvrager.

  • 6. De zorgontvanger is in het bezit van een mantelzorgverklaring, niet ouder dan 1 maand, die wordt afgegeven door een adviserend orgaan.

  • 7. Met een mantelzorgparkeervergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in de vergunde zone, met uitzondering van parkeerplaatsen bij parkeerautomaten met een rode band

Artikel 12 Autodateparkeervergunningen

  • 1. Op aanvraag van een autodatebedrijf kan een autodateparkeervergunning, als bedoelt in artikel 3, vierde lid van de verordening, worden verstrekt.

  • 2. Per bedrijf kunnen niet meer autodateparkeervergunningen op aanvraag worden verstrekt dan het aantal autodateplaatsen dat aan dit bedrijf wordt aangewezen.

  • 3. Een autodateparkeervergunning is geldig binnen de zones op de daartoe aangewezen autodateplaatsen, zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder p van de verordening.

  • 4. De autodateparkeervergunning wordt gesteld op kenteken.

Artikel 13 Functionele parkeervergunning

  • 1. Op aanvraag van politie, brandweer, GHOR Hollands Midden, (dieren)ambulance, Hoogheemraadschap Rijnland of gemeente kan een functionele parkeervergunning worden verleend als bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de verordening.

  • 2. De functionele parkeervergunning wordt op naam van de genoemde instanties verleend.

  • 3. De functionele parkeervergunning wordt verstrekt aan voertuigen van de politie, brandweer, GHOR en (dieren)ambulance, voor zover het voertuig geen opvallende kenmerken heeft die duiden op een voertuig van genoemde organisaties en het voertuig nodig is voor de beroepsuitoefening.

  • 4. De functionele parkeervergunning wordt verstrekt aan voertuigen van het Hoogheemraadschap Rijnland en de gemeente, voor zover dit voertuig noodzakelijk is voor de uitoefening van waterschaps- en gemeentelijke taken.

  • 5. de functionele parkeervergunning is geldig op alle vastgestelde tijden waarop parkeerbelasting verschuldigd is binnen de zones.

Artikel 14 Intrekken oude voorschriften

Het Besluit K.31.2 “Nadere voorschriften met betrekking tot het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren als bedoeld in de vigerende Parkeerverordening, zoals deze laatstelijk gewijzigd is bij collegebesluit van 15 maart 2022 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere voorschriften parkeren gemeente Leiden 2023.

Ondertekening

Leiden,

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

De Secretaris,

de Burgemeester,

Bijlage 1 Tekening Gebiedsindeling werknemersvergunningen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 SBI codes

SBI-bedrijfscodering

groep

Werknemersparkeerplaatsen als percentage van het totale aantal aanwezige parkeerplaatsen op eigen terrein

01 t/m 45

Bedrijf

95%

46

Groothandel

20%

47

Winkel en boodschappen

10%

49 t/m 53

Bedrijf

95%

55 t/m 56

Horeca en verblijfsrecreatie

10%

58 t/m 63

Bedrijf

95%

64

Kantoor met baliefunctie

80%

65 t/m 75

Kantoor zonder baliefunctie

95%

77

Bedrijf

95%

78 t/m 84

Kantoor zonder baliefunctie

95%

85.2

Basisonderwijs

100%

85.3

Middelbare school

90%

85.4 t/m 85.5

Hogeschool/universiteit, onderwijs overig

75%

85.6

Kantoor zonder baliefunctie

95%

86.1

Ziekenhuis

70%

86.2 t/m 86.9

Huisarts/tandarts, Fysiotherapie/gezondheidscentrum

40%

87 t/m 88

Verpleeg- en verzorgingstehuis, consultatiebureau

50%

90

Theater/schouwburg

10%

91

Bibliotheek/museum/dierenpark

1%

92

Kantoor zonder baliefunctie

95%

93

Sportveld/sporthal/zwembad

3%

94

Kantoor zonder baliefunctie

95%

95

Bedrijf

95%

96

Sauna/wellness/crematorium

1%

97 t/m 99

Niet van toepassing

0%

Bijlage 3 Tekening Deelzones A

afbeelding binnen de regeling