Verordening Jeugdhulp gemeente Leiden 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening Jeugdhulp gemeente Leiden 2022

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel 21.0109 van 26 oktober 2021), mede gezien het advies van de commissie Onderwijs & Samenleving,

gelet op de artikelen 2.2, 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, artikel 12.4 tweede lid van de Jeugdwet;

overwegende dat:

  • -

    de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;

overwegende dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over:

  • -

    de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen;

  • -

    de voorwaarden voor toekenning, de wijze van beoordeling van en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;

  • -

    de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen;

  • -

    de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld;

  • -

    de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet;

  • -

    de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;

  • -

    de voorwaarden waaronder degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociaal netwerk;

Overwegende dat:

  • -

    het “Beleidsplan Jeugdhulp Gemeente Leiden, Hart voor de Jeugd” is geactualiseerd en geconcretiseerd in het visiedocument ‘doorontwikkeling Jeugdhulp Leidse Regio ‘Samen Sterk voor de Toekomst van Jeugd(hulp)’;

  • -

    de inhoudelijke resultaten en de manier van sturen en verantwoorden zijn vastgelegd in de opdrachten: ‘Samen sterk voor de toekomst van Jeugd(hulp), de opdracht aan de gemeentelijke toegang jeugdhulp vanaf 2021’ en ‘Samen sterk voor de Toekomst van Jeugd(hulp), Programmaplan zorgaanbod jeugdhulp Leidse regio vanaf 2021’;

  • -

    de gemeente meer wil sturen op pgb-gebruik en -kosten voor Jeugdhulp;

  • -

    de gemeente een rol heeft in de uitvoering van Toezicht en handhaving op kwaliteit en rechtmatigheid van Jeugdhulp;

  • -

    actualisatie van beleid geborgd dient te worden in lokale regelgeving.

BESLUIT

  • 1.

    de Verordening Jeugdhulp gemeente Leiden 2022 vast te stellen.

Luidende als volgt:

Verordening Jeugdhulp gemeente Leiden 2022

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    beleidsplan Hart voor de Jeugd: Beleidsplan Jeugdhulp Leiden;

  • b.

    beleidsplan Samen sterk voor de toekomst: Doorontwikkeling Jeugdhulp Leidse Regio ‘Samen Sterk voor de Toekomst van Jeugd(hulp);

  • c.

    andere jeugdhulpvoorziening: voorziening niet vallend onder de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

  • d.

    budgetplan: Het budgetplan is een verplicht onderdeel van het gezinsplan bij de aanvraag van een pgb. De kosten van de jeugdhulp moeten inzichtelijk zijn in het budgetplan;

  • e.

    centrale Intake fungeert als toegangspoort tot de voorziening behandeling met verblijf (inclusief ambulante alternatieven ter vervanging van verblijf), met het doel de jeugdige zo snel mogelijk passende hulp te kunnen bieden en waarbij als uitgangspunt geldt dat opname in een verblijfssetting zoveel mogelijk wordt voorkomen;

  • f.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    eigen kracht: de eigen kracht bestaat uit de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/ of ouder(s) eventueel met inzet van personen uit het sociaal netwerk.

  • h.

    gezinsplan: Een hulpverleningsplan zoals genoemd in artikel 1 van de Verordening Jeugdhulp (of familiegroepsplan, zoals omschreven in de Jeugdwet). Er wordt gewerkt volgens de richtlijn 1Gezin 1Plan 1Regisseur of, bij jongeren die richting meerderjarigheid gaan en ook na hun 18e nog behoefte aan ondersteuning hebben, het perspectiefplan;

  • i.

    individuele jeugdhulpvoorziening: een op de jeugdige of zijn ouders toegesneden jeugdhulpvoorziening die door het college in natura of bij pgb wordt toegekend en verstrekt;

  • j.

    jeugdhulp op school: betreft een aanbod van jeugdhulp aan leerlingen door een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder die aan de gestelde eisen voldoet en die in principe alle jeugdhulpvragen voor individuele begeleiding binnen de school opvangt;

  • k.

    jeugdhulpvraag: behoefte van een jeugdige of een ouder aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperkingen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet;

  • l.

    Jeugdteam Leidse Regio: (hierna Jeugdteam): Een multidisciplinair team van ambulant jeugdhulpverleners. Dit team functioneert als de gemeentelijke toegang tot jeugdhulp en heeft de bevoegdheid om namens het college een individuele maatwerkvoorziening en overige voorzieningen in de vorm van zorg in natura en in de vorm van het persoonsgebonden budget in het kader van de Jeugdwet in te zetten; het Jeugdteam kan ook vrij toegankelijke jeugdhulp bieden;

  • m.

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die in de vorm van een individuele voorziening is toegekend van derden te betrekken;

  • n.

    normaliseren: De verantwoordelijkheid van de ouders voor het gezond en veilig opgroeien van hun kinderen is geregeld in de artikelen 82 en 247, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek. Het moet voor ouders en professionals vanzelfsprekend zijn dat ouders zelf de regie nemen en houden over de opvoeding van hun kinderen (tenzij dit een onverantwoord risico voor het kind oplevert). De criteria worden in samenhang beoordeeld, waarbij het uitgangspunt is dat, wanneer de jeugdige en zijn ouders, eventueel met behulp van het sociale netwerk, zelf mogelijkheden hebben om de problemen op te lossen of het hoofd te bieden, er geen individuele voorziening wordt verstrekt, ook niet wanneer de hulp de gebruikelijke hulp overstijgt;

  • o.

    outreachend werken: aanwezig zijn op de vindplaatsen van de doelgroep: in de wijk, op school, bij de kinderopvang en bij de huisarts en actief signaleren;

  • p.

    Praktijkondersteuner Huisarts Jeugd (POH-J): medewerker in het Jeugdteam, die de huisarts ondersteunt op het gebied van jeugdhulp en nauw met hem samenwerkt; draagt zorg voor triage, biedt kortdurende ambulante hulp en/of kan doorverwijzen naar de niet vrij toegankelijk jeugdhulp;

  • q.

    regie(functie professional): zorgcoördinatie (door een professional);

  • r.

    sociaal netwerk: een verzamelnaam voor een netwerk van betekenisvolle mensen (familie, vrienden en kennissen) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het eigen welzijn en welbehagen en dat van de personen in het netwerk. Er is altijd sprake van een bestaande relatie en bekend gezicht;

  • s.

    triage: een zorgvuldige beoordeling van de situatie om vast te stellen of er sprake is van opvoed -of opgroeiproblemen en welke hulp noodzakelijk is (screening, diagnostisering en integrale vraagverheldering).

  • t.

    voorliggende voorziening en/of voorliggend veld: voorzieningen voorliggend aan specialistische hulp of ondersteuning; betreffende algemeen toegankelijke voorzieningen voor begeleiding, interventies ter bevordering van pedagogisch klimaat of sociale zelfredzaamheid;

  • u.

    vrij toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen: overige jeugdhulp voorzieningen (1e lijn voorziening) als bedoeld in artikel 2.9, onder a, van de Jeugdwet, waarvoor geen beschikking van het college vereist is;

  • v.

    Wet langdurige zorg (Wlz) is er voor jeugdigen en volwassenen die blijvend permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben. Het gaat vooral jeugdigen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, is een Wlz-indicatie nodig.

  • w.

    Zorgverzekeringswet: in de Zvw is bepaald dat jeugdigen aanspraak hebben op “verpleging en verzorging zoals verpleegkundigen die plegen te bieden wanneer zij behoefte hebben aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop”. Deze zorg maakt onderdeel uit van het basispakket van verzekerden.

Artikel 2 Jeugdteam Leidse Regio

  • 1. Het college draagt zorg voor een Jeugdteam.

  • 2. Het Jeugdteam draagt bij jeugdhulpvragen zorg voor melding en signalering, triage, voert regie, leidt toe naar het voorliggende voorzieningen en vrij toegankelijke jeugdhulp, heeft een rol en verantwoordelijkheid bij veiligheid casuïstiek, geeft ambulante jeugdhulp, consultatie en advies.

  • 3. De daartoe door het college gemandateerde jeugdhulpverlener van het Jeugdteam biedt toegang tot individuele jeugdhulpvoorzieningen.

  • 4. Het Jeugdteam werkt outreachend. Professionals in het Jeugdteam zijn aanwezig op de vindplaatsen van de doelgroep: in de wijk, op school, bij de kinderopvang en bij de huisarts en ze zoeken hen actief op.

Hoofdstuk 2. Vrij toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen en individuele jeugdhulpvoorzieningen

Artikel 3 Vrij toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen

  • 1. Vrij toegankelijke hulp bestaat uit relatief lichte vormen van hulp en ondersteuning waarop in principe iedere jeugdige een beroep mag doen; zonder verwijzing door een professional. Onder de vrij toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen valt:

    • -

      ambulante hulp en ondersteuning geboden door het Jeugdteam

    • -

      de activiteiten met betrekking tot advies en consultatie van de jeugdgezondheidszorg en de activiteiten van het Centrum voor Jeugd en Gezin, het sociaal wijkteam en de huisartsen (voorzieningen 1e lijn);

  • 2. Het college heeft de bevoegdheid de in lid 1 genoemde vrij toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen in nadere regels nader te duiden.

Artikel 4 Individuele jeugdhulpvoorzieningen

  • 1. Onder de individuele jeugdhulpvoorzieningen vallen specialistische jeugdhulpvoorzieningen.

  • Hieronder vallen:

    • -

      behandeling met verblijf;

    • -

      wonen;

    • -

      dagbehandeling en dagbesteding;

    • -

      ambulante jeugdhulp;

    • -

      Jeugdhulp op school;

    • -

      crisis;

    • -

      veiligheid.

  • Jeugdhulp op school is voorliggend aan de voorzieningen ambulante jeugdhulp, dagbehandeling en dagbesteding.

  • 2. Het college heeft de bevoegdheid de in lid 1 genoemde individuele voorzieningen in nadere regels nader te duiden en/of een deel daarvan als vrij toegankelijk te benoemen.

  • 3. Een individuele jeugdhulpvoorziening kan alleen worden verstrekt indien:

    • a.

      redelijkerwijs geen aanspraak kan worden gedaan op de ‘eigen kracht’ van de jeugdige en/of zijn ouder(s)/verzorger(s). Bij de beoordeling of de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige of zijn ouders, eventueel met steun van het sociaal netwerk, toereikend zijn om zelf de gevraagde jeugdhulp te bieden, wordt rekening gehouden met:

      • -

        de benodigde ondersteuningsintensiteit van de jeugdige;

      • -

        de duur daarvan;

      • -

        de mogelijkheden van de jeugdige of zijn ouders;

      • -

        de draagkracht en de belastbaarheid van de ouders;

      • -

        de samenstelling van het gezin en de woonsituatie;

      • -

        het belang van de ouders om te voorzien in een inkomen;

      • -

        de mogelijkheden en de bereidheid van het sociale netwerk om de jeugdige of - -zijn ouders te ondersteunen;

      • -

        bij gescheiden ouders, zijn beide ouders met gezag verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning.

    • b.

      geen oplossing kan worden gevonden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een vrij toegankelijke jeugdhulp voorziening;

    • c.

      geen oplossing gevonden kan worden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van voorzieningen die beschikbaar zijn op grond van voorliggende wetten als de Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, Zorgverzekeringswet en Wet Passend Onderwijs;

    • d.

      geen oplossing gevonden kan worden voor zijn hulpvraag door de inzet van groepsaanbod;

    • e.

      geen oplossing kan worden gevonden in andere voorliggende voorzieningen, waaronder begeleiding, interventies ter bevordering van pedagogisch klimaat of sociale zelfredzaamheid voor jeugdigen die zich leeftijdsadequaat ontwikkelen en leeftijdsgebonden problemen ervaren.

      Bijvoorbeeld:

      • i.

        Kinderopvang, voor- en vroegschoolse educatie buitenschoolse of naschoolse opvang of activiteiten, anders dan respijtzorg of opvang waaraan doelen zijn verbonden zoals bedoeld in artikel 2.3. van de wet op de jeugdhulp;

      • ii.

        huiswerkbegeleiding in de markt georganiseerd;

      • iii.

        Jeugdhulp op school;

      • iv.

        oudercontactmomenten, ontmoetingsmomenten in de wijk of op scholen

      • v.

        preventieve interventies en begeleiding die behoren tot de taak van de jeugdgezondheidszorg en de activiteiten van het Centrum voor Jeugd en Gezin; bijvoorbeeld omgaan met zindelijkheid, eetproblemen, pestgedrag, (digitale) weerbaarheid, omgaan met echtscheiding, conflicthantering, licht medische handelingen, enz;

      • vi.

        reguliere sport- en vrijetijdsvoorzieningen die toegankelijk zijn voor jeugdigen met een ondersteuningsvraag;

      • vii.

        eerstelijnszorg zoals huisartsenzorg;

      • viii.

        Jeugd- en jongerenwerk.

  • 4. Een individuele jeugdhulpvoorziening wordt niet ingezet in situaties waarin ouders begeleiding vragen bij de opvoeding ten gevolge van maatschappelijke of eigen psychische en/of relationele problemen. Hiervoor wordt afstemming gezocht vanuit het Jeugdteam tot bijvoorbeeld voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 5. Een individuele jeugdhulpvoorziening wordt niet ingezet in situaties, waarbij een oplossing gevonden kan worden in het benutten van mogelijkheden in het kader van het Arbeidsrecht of andere regelingen, zoals bijzonder of buitengewoon verlof.

  • 6. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de maximale duur en de intensiteit van individuele jeugdhulpvoorzieningen: Bijvoorbeeld in nieuwe contracten met jeugdhulpaanbieders 2022 en verder of in nadere afspraken met jeugdhulpaanbieders, wordt de inzet van jeugdhulp gemaximeerd. https://jeugdhulphollandrijnland.nl/documenten/

Hoofdstuk 3. Behandeling jeugdhulpvraag

Artikel 5 Voorleggen jeugdhulpvraag

  • 1. Iedere jeugdige en/of ouder die zijn woonplaats heeft in de gemeente kan zich rechtstreeks met een jeugdhulpvraag richten tot het Jeugdteam.

  • 2. Onverminderd artikel 15 kan de huisarts, jeugdarts, medisch specialist, docent/ schoolbegeleider of maatschappelijk ondersteuner van de jeugdige en/of de ouders de jeugdige en/of de ouders voorstellen om de jeugdhulpvraag aan het Jeugdteam voor te leggen.

Artikel 6 Afspraak voor gesprek over jeugdhulpvraag

  • 1. Het Jeugdteam verzamelt in overleg met de jeugdige en/of de ouders de noodzakelijke en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk een afspraak voor een gesprek.

  • 2. Het Jeugdteam informeert de jeugdige en/of de ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken.

  • 3. Het Jeugdteam en de jeugdige en/of de ouders kunnen in overleg afzien van het gesprek.

Artikel 7 Inhoud gesprek

In het gesprek over de jeugdhulpvraag tussen de jeugdige, de ouders en het Jeugdteam en mogelijk andere betrokkenen, vindt een beoordeling van de situatie; de triage, plaats en kan worden gesproken over:

  • a.

    de behoeften, persoonskenmerken, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige;

  • b.

    de gewenste resultaten;

  • c.

    het vermogen van de jeugdige en/of de ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de jeugdhulpvraag te vinden;

  • d.

    de mogelijkheden om gebruik te maken van een (voorliggende) voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, die niet onder de Jeugdwet vallen; zoals genoemd in artikel 3

  • e.

    de mogelijkheden om gebruik te maken van een vrij toegankelijke jeugdhulpvoorziening, zoals genoemd in artikel 3

  • f.

    de mogelijkheden om een individuele jeugdhulpvoorziening aan te vragen, zoals genoemd in artikel 4;

  • g.

    de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de jeugdige en/of de ouders worden ingelicht over de gevolgen van die keuze, en

  • h.

    vervolgstappen in verband met de besproken hulpvraag;

  • i.

    indien van toepassing worden afspraken gemaakt over de verdeling van rollen, taken en verantwoordelijkheden (zorgcoördinatie).

Artikel 8 Verslag van het gesprek

  • 1. Het Jeugdteam maakt van het gesprek een kort verslag op hoofdlijnen.

  • 2. Het verslag wordt na het gesprek aan de jeugdige en/of de ouders overhandigd, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen.

  • 3. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige en/of de ouders worden aan het verslag toegevoegd.

Artikel 9 Inhoud van het verslag

  • 1. Het gespreksverslag bevat afspraken over te maken vervolgstappen in verband met de besproken jeugdhulpvraag.

  • 2. In de vervolgstappen wordt, indien van toepassing, aangegeven:

    • a.

      of de jeugdhulpvraag aanleiding geeft tot het opstellen van een gezinsplan;

    • b.

      op welke wijze een mogelijk toe te kennen individuele jeugdhulpvoorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen, en/of

    • c.

      hoe rekening wordt gehouden met de godsdienstige gezindheid, levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en/of de ouders, en/of.

    • d.

      welke verdeling van rollen, taken en verantwoordelijkheden is afgesproken.

Artikel 10 Opstellen van het gezinsplan

  • 1. Indien dat in de vervolgstappen is aangegeven, stelt de jeugdige en/of ouders samen met het Jeugdteam een gezinsplan op.

  • 2. Het gezinsplan wordt opgesteld vanuit het kader: één gezin, één plan.

  • 3. In het gezinsplan wordt vermeld welke voorliggende voorzieningen en/ of vrij toegankelijke jeugdhulp voorzieningen de jeugdige en/of de ouders gebruik gaan maken en/of voor welke individuele jeugdhulpvoorzieningen de jeugdige en/of de ouders een aanvraag indienen bij het college.

Hoofdstuk 4. Behandeling aanvraag individuele jeugdhulpvoorziening

Artikel 11 Indienen aanvraag via Jeugdteam Leidse Regio

  • 1. Jeugdigen en/of de ouders kunnen een aanvraag voor een individuele jeugdhulpvoorziening indienen bij het college, via het Jeugdteam.

  • 2. De aanvraag kan mondeling of schriftelijk worden gedaan.

  • 3. Het verslag als bedoeld in artikel 8 en het gezinsplan als bedoeld in artikel 10 kunnen als aanvraag gelden.

  • 4. Als een jeugdige zich bij de jeugdhulpaanbieder meldt met een verwijzing, niet via het Jeugdteam, dan beoordeelt de jeugdhulpaanbieder vervolgens met deze verwijzing inhoudelijk welke diensten de jeugdige precies nodig heeft, met welke frequentie en voor hoe lang (de duur en de omvang). De jeugdhulpaanbieder past bij de genoemde beoordeling en bepaling van de inhoud van de voorziening de werkwijze toe zoals het Jeugdteam deze toepast, en betrekt in haar oordeel de eigen kracht, het sociale netwerk, algemene (voorliggende) voorzieningen en de goedkoopst adequate individuele voorziening. De jeugdhulpaanbieder treedt in overleg met het Jeugdteam als dat nodig is. Wanneer het oordeel van de jeugdhulpaanbieder is dat de inzet van jeugdhulp, die benodigd is, de grenzen van de verordening of de door het college vastgestelde nadere regels overschrijdt, besluit het college niet over toekenning van de individuele jeugdhulpvoorziening voordat de jeugdhulpaanbieder de overschrijding nader heeft gemotiveerd.

  • 5. Indien het college betrokkenheid van het Jeugdteam en/of Centrale Intake noodzakelijk acht, kunnen de jeugdige en/of ouders deze betrokkenheid niet weigeren.

Artikel 12 Beschikking individuele jeugdhulpvoorziening

Het college besluit een individuele jeugdhulpvoorziening te verlenen voor zover vaststaat dat de jeugdige:

  • a.

    op eigen kracht of met zijn ouders of andere personen uit zijn naaste omgeving geen oplossing voor zijn jeugdhulpvraag kan vinden, en

  • b.

    geen oplossing kan vinden voor zijn jeugdhulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een vrij toegankelijke jeugdhulpvoorziening.

Artikel 13 Inhoud beschikking individuele jeugdhulpvoorziening

  • 1. In de beschikking tot verstrekking van een individuele jeugdhulpvoorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als persoonsgebonden budget (pgb) wordt verstrekt en wordt aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt.

  • 2. Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      de te verstrekken voorziening en het beoogde resultaat;

    • b.

      de ingangsdatum en duur van de verstrekking;

    • c.

      de gecontracteerde aanbieder die de jeugdhulpvoorziening verstrekt.

  • 3. Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      het resultaat waarvoor het pgb kan worden aangewend;

    • b.

      de kwaliteitseisen die gelden voor de besteding van het pgb;

    • c.

      de hoogte van het pgb en hoe hiertoe is gekomen;

    • d.

      de duur van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld en

    • e.

      de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

  • 4. Als sprake is van een te betalen ouderbijdrage worden de jeugdige of zijn ouders daarover in de beschikking geïnformeerd.

  • 5. Het college verleent in ieder geval een beschikking:

    • a.

      bij de verstrekking van een pgb;

    • b.

      bij de weigering van een aanvraag;

    • c.

      indien jeugdige en/of ouders en hulpverlener het niet eens zijn over de voorziening;

    • d.

      bij een verzoek van de jeugdige en/of zijn ouders om een beschikking te ontvangen.

  • 6. Met in achtneming van lid 5 kan de afgegeven verwijzing naar de gecontracteerde aanbieder, mits voorzien van het genoemde onder lid 2 beschouwd worden als een beschikking.

Hoofdstuk 5. Individuele jeugdhulpvoorziening via pgb

Artikel 14a. Het PGB

  • 1. is gebaseerd op een door de jeugdige en/of zijn ouders opgesteld gezinsplan en budgetplan over hoe zij het pgb gaan besteden;

  • 2. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura en

  • 3. is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen.

Artikel 14b. Besteding pgb

  • 1. Bij toekenning van afzonderlijke budgetten heeft de cliënt binnen deze afzonderlijke budgetten bestedingsvrijheid ten aanzien van de keuze van zorgaanbieder.

  • 2. Het is niet toegestaan het budget voor professionele begeleiding in te zetten voor inzet vanuit sociaal netwerk.

  • 3. De cliënt stemt met de zorgaanbieder af op welke wijze de ondersteuning plaatsvindt.

  • 4. Het pgb mag uitsluitend worden gebruikt voor de inkoop van de in de beschikking genoemde voorzieningen en ten behoeve van de verwezenlijking van de bij die voorzieningen genoemde doelen.

  • 5. Het budget kan niet besteed worden aan bemiddelings- en administratiekosten en er is geen eenmalig vrij te besteden bedrag.

  • 6. Het is mogelijk de reiskosten voor de cliënt en de zorgverlener uit het pgb te betalen voor maximaal € 5,00 per dag. Het college kan dit bedrag indexeren.

Artikel 14c. Vaststelling hoogte PGB:

  • 1. Indien voor een bepaalde voorziening geen adequate individuele voorziening in natura is ingekocht, wordt ter bepaling van de hoogte van het pgb:

    • a.

      één of meerdere offertes opgevraagd;

    • b.

      eventueel een nader gesprek gevoerd met de jeugdhulpaanbieder.

  • 2. Voor jeugd wordt het Tarievenoverzicht Zorg in Natura Jeugdhulp regio Holland Rijnland gehanteerd, als basis voor het toe te kennen bedrag aan pgb. De geoffreerde prijs mag dus maximaal het bedrag zijn zoals genoemd in het Tarievenoverzicht Zorg in Natura Jeugdhulp regio Holland Rijnland.

  • 3. Als een zorgaanbieder voldoet aan de eisen zoals gesteld in het Besluit nadere regels jeugdhulp gemeente Leiden, bedraagt het pgb 100% van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. De zorgaanbieder wordt dan aangeduid als ‘professionele zorgaanbieder’.

  • 4. Het pgb dat wordt ingezet voor diensten door ‘niet-professionele zorgaanbieder’ (bijvoorbeeld door iemand uit het sociale netwerk van de cliënt) bedraagt voor individuele ondersteuning en persoonlijke verzorging het vaste bedrag van € 20,- per uur, voor groepsgerichte ondersteuning het vaste bedrag van € 30,- per dagdeel en voor kortdurend verblijf het vaste bedrag van € 30,- per etmaal. De tarieven worden niet geïndexeerd.

Artikel 14d.

Het college kan nadere regels en voorwaarden stellen over de toekenning van een pgb.

Hoofdstuk 6. Overige wijzen van toegang tot jeugdhulp

Artikel 15 Verwijzing naar jeugdhulp door huisarts, medisch specialist of jeugdarts

Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing van de jeugdige en/of de ouders, door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.

Artikel 16 Jeugdhulp bij kinderbeschermingsmaatregel en jeugdreclassering

Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die:

  • a.

    de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, en/of

  • b.

    de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering.

Artikel 17 Jeugdhulp in crisis geval

In crisis gevallen en in afwijking van artikel 11 en 12, treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening of vraagt een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp aan, zoals bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet.

Hoofdstuk 7. Overige bepalingen

Artikel 18 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 1. Onverminderd artikel 8.1.2 van de Jeugdwet doen een jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele jeugdhulpvoorziening.

  • 2. Onverminderd artikel 8.1.4 van de Jeugdwet kan het college een beslissing aangaande een individuele jeugdhulpvoorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele jeugdhulpvoorziening of op het pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele jeugdhulpvoorziening of het pgb niet meer toereikend is;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele jeugdhulpvoorziening of het pgb, of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele jeugdhulpvoorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3. Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele jeugdhulpvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.

  • 4. Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen een jaar na uitbetaling of binnen de termijn waarvoor het is toegekend niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 19. Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen en pgb’s

Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan. Teneinde uitvoering te geven aan de toezichthoudende taak als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Jeugdwet verwerkt het college persoonsgegevens, waaronder mogelijk bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Artikel 20 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke Cao-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie.

Artikel 21 Onafhankelijke cliëntondersteuner en vertrouwenspersoon

  • 1. Het college zorgt ervoor dat jeugdigen en/of ouders een beroep kunnen doen op onafhankelijke en kosteloze cliëntondersteuning, waarbij het belang van de jeugdige uitgangspunt is.

  • 2. Het college wijst de jeugdige en/of ouders in het eerste gesprek op de mogelijkheid van cliëntondersteuning.

  • 3. Het college zorgt ervoor dat jeugdigen en/of ouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

  • 4. Het college wijst jeugdigen en ouders erop dat zij zich desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Artikel 22. Inspraak en medezeggenschap

  • 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.

  • 2. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

  • 3. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aandragen, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning.

  • 4. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.

Artikel 23 Klachtregeling

Het college behandelt klachten van jeugdigen en/of ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling door of namens het college van jeugdhulpvragen en aanvragen als bedoeld in deze verordening, overeenkomstig de bepalingen van de vastgestelde regeling van klachtenbehandeling.

Artikel 24 Toepassen verordening en stellen nadere regels

  • 1. indien bij het toepassen en uitvoeren van deze verordening onduidelijkheid bestaat over het gebruik, dan zijn de in de Jeugdwet opgenomen begrippen en bepalingen leidend;

  • 2. voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college nadere regels stellen;

  • 3. het college kan grenzen stellen aan de duur en de omvang van de individuele jeugdhulpvoorzieningen;

  • 4. het college maakt nadere afspraken met de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs en de schoolbesturen speciaal onderwijs over:

    • a.

      de ondersteuning die de school zelf biedt en de ondersteuningsstructuur van de school;

    • b.

      de afstemming tussen Jeugdhulp op school en de inzet van individuele ambulante jeugdhulp en de toegang hiertoe middels de werkwijze integraal arrangeren;

    • c.

      de afstemming, voor zover en indien noodzakelijk, bij het toekennen van individuele voorzieningen voor leerlingen en hun ouders;

    • d.

      de gezamenlijke onderwijszorgarrangementen en de toegang hiertoe;

    • e.

      het vastleggen van afspraken over de afstemming van jeugdhulpvoorzieningen, onderwijszorg en leerplicht in het onderwijsperspectiefplan (OPP);

    • f.

      over de afbakening onderwijs-jeugdhulp middels de richtlijn 7.1 uit de wet Passend Onderwijs.

  • 5. Het college en de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs leggen de afspraken als bedoeld in het vierde lid vast in een protocol.

  • 6. Het college maakt in samenwerking met de huisartsen, de medisch specialisten, de jeugdartsen nadere afspraken over de verwijzing.

Artikel 25 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 26 Overgangsrecht

  • 1. Voor jeugdigen en/of hun ouders die op het moment van inwerkingtreding van deze Verordening Jeugdhulp Leiden 2022 al een indicatiebesluit in de zin de Jeugdwet hebben, blijft dit besluit gelden gedurende de looptijd van deze indicatie, doch ten hoogste tot een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp Leiden 2022

  • 2.

    De Verordening Jeugdhulp gemeente Leiden 2015 in te trekken op het moment dat de nieuwe Verordening Jeugdhulp gemeente Leiden per 1 januari 2022 in werking treedt.

  • 3.

    Kennis te nemen van de Nadere Regels Jeugdhulp gemeente Leiden 2022.

Ondertekening

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 21 december 2021,

de Griffier,

dhr. G.F.C. Van Leiden

de Voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink