Horecasanctiebeleid 2018

Geldend van 17-09-2021 t/m heden

Intitulé

Horecasanctiebeleid 2018

Artikel 1 Exploitatie zonder horecavergunning

  • 1. Indien sprake is van een overtreding van exploitatie zonder horecavergunning (artikel 3 van de Drank- en Horecawet of artikel 7 van de Drank- en Horecaverordening) dient de ondernemer de horeca-inrichting op eerste aanzegging te sluiten en gesloten te houden voor bezoekers totdat de desbetreffende vergunningen zijn verleend en ontvangt de ondernemer een last onder bestuursdwang, inhoudende dat bij een volgende overtreding de horeca-inrichting wordt gesloten.

  • 2. Het bepaalde onder 1. is niet van toepassing indien sprake is van de overname van een bestaande horeca-inrichting, niet zijnde een besloten lokaal waar softdrugs kunnen worden verkregen, en waarbij de benodigde vergunningaanvragen volledig zijn ingediend, het niet te verwachten is dat de exploitatie tot overlast zal leiden en er overigens ook geen indicaties zijn die aan een vergunningverlening in de weg staan

Artikel 2 Exploitatie zonder terrasvergunning

  • 1. Indien sprake van overtreding van exploitatie zonder terrasvergunning (artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening 2015 Apv 2015)) dient de ondernemer het terras op eerste aanzegging te verwijderen en verwijderd te houden totdat de desbetreffende vergunning is verleend en ontvangt de ondernemer een last onder bestuursdwang, inhoudende dat bij een volgende overtreding het terras wordt gesloten.

  • 2. Het bepaalde onder 1. is niet van toepassing indien sprake is van overname van een bestaand terras en waarbij de benodigde vergunningaanvraag volledig is ingediend, het niet te verwachten is dat de exploitatie tot overlast zal leiden en er overigens ook geen indicaties zijn die aan een vergunningverlening in de weg staan

Artikel 3 Overtreding voorschriften terrasvergunning

  • 1. Indien sprake is van een overtreding van de voorschriften van de terrasvergunning, ontvangt de ondernemer een bestuurlijke strafbeschikking (artikel 2:28 Apv 2015).

Artikel 4 Overtreding sluitingsuur terras

  • 1. Indien sprake is van een overtreding van het geldende sluitingsuur voor terrassen (artikel 2:28A Apv 2015) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt een vervroegde sluitingstijd voor het terras opgelegd voor een periode van drie weken, met een maximum van vier uur vervroegde sluiting.

  • 3. Bij elke volgende overtreding binnen zes maanden na de tweede overtreding wordt een vervroegde sluitingstijd voor het terras opgelegd voor een periode van zes weken, met een maximum van vier uur vervroegde sluiting.

Artikel 5 Overtreding van de toegestane binnenkomsttijden

  • 1. Indien sprake is van een overtreding van de toegestane binnenkomsttijden (artikel 2:29, derde lid, onder b van de Apv 2015) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen een periode van zes maanden na de eerste overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur van 00.00 uur opgelegd voor een periode van drie weken.

  • 3. Bij elke volgende overtreding binnen een periode van zes maanden na de tweede overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur van 00.00 uur opgelegd voor een periode van zes weken.

Artikel 6 Veroorzaken van geluidsoverlast

  • 1. Indien een horeca-inrichting geluidsoverlast veroorzaakt dan wordt dit aangemerkt als een verstoring van de openbare orde als bedoeld in artikel 2:30 van de Apv 2015.

  • 2. Van een overtreding van het bepaalde in artikel 2:30, eerste lid van de Apv 2015, is in ieder geval sprake wanneer op een afstand van minimaal 25 meter van de horeca-inrichting mechanisch versterkt geluid uit de horeca-inrichting hoorbaar is.

  • 3. Indien sprake is van een overtreding geluidsoverlast conform artikel 2:30, eerste lid van de Apv 2015, ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 4. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur opgelegd van 00.00 uur voor een periode van drie weken.

  • 5. Bij elke volgende overtreding binnen zes maanden na de tweede overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur opgelegd van 00.00 uur voor een periode van drie weken.

Artikel 7 Verstrekking van alcohol na 00.00 uur in verlofzaken

  • 1. Indien sprake is van verstrekking van alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse na 00:00 uur in een horeca-inrichting met een drank- en horecaverlof (artikel 2:29, tweede lid onder c van de Apv 2015) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur met een nader te bepalen tijdstip opgelegd voor een periode van drie weken.

  • 3. Bij elke volgende overtreding binnen zes maanden na de tweede overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur met een nader te bepalen tijdstip opgelegd voor een periode van zes weken.

Artikel 8 Consumptie van alcohol in verlofzaken

  • 1. Indien sprake is van consumptie van alcoholhoudende drank in een horeca-inrichting met een drank- en horecaverlof (overtreding artikel 3 van de Drank- en Horecawet) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur met een nader te bepalen tijdstip opgelegd voor een periode van drie weken.

  • 3. Bij elke volgende overtreding binnen zes maanden na de tweede overtreding wordt een tijdelijk vervroegd sluitingsuur met een nader te bepalen tijdstip opgelegd voor een periode van zes weken.

Artikel 9 Afwezigheid leidinggevende bij voor publiek geopende horeca-inrichting

  • 1. Indien sprake is van afwezigheid van een leidinggevende bij een voor publiek geopende horeca-inrichting (overtreding van artikel 24, eerste lid, van de Drank- en Horecawet) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt de drank- en horecavergunning tijdelijk geschorst voor een periode van drie weken.

  • 3. Bij een derde overtreding binnen zes maanden na de tweede overtreding wordt de drank- en horecavergunning tijdelijk geschorst voor een periode van zes weken.

  • 4. Bij een vierde overtreding binnen zes maanden na de derde overtreding kan de drank- en horecavergunning op grond van artikel 31, tweede lid, Drank- en Horecawet worden ingetrokken.

Artikel 10 Leidinggevende verkeert in kennelijke staat

  • 1. Indien wordt geconstateerd dat een leidinggevende in kennelijke staat van dronkenschap verkeert of onder invloed van psychotrope stoffen aanwezig is in een horeca-inrichting ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing (overtreding van artikel 8, eerste lid onder b. Drank- en Horecawet)

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen een periode van een jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning ingetrokken wegens het niet langer voldoen aan artikel 8, eerste lid onder b. Drank- en Horecawet.

Artikel 11 Verstrekken alcohol en toelaten van dronken/onder invloed van psychotrope stoffen verkerende personen

  • 1. Indien één van onderstaande overtredingen worden geconstateerd, ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing:

    • a.

      verkoop van alcohol aan personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren (artikel 252, eerste lid onder 1 Wetboek van Strafrecht);

    • b.

      personen in de inrichting tot te laten die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeren (artikel 20, vijfde lid, Drank- en Horecawet);

    • c.

      het verstrekken van alcohol, waarbij redelijkerwijs moet worden vermoed dat dit zal leiden tot verstoring van de openbare orde (artikel 21 van de Drank- en Horecawet).

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen een periode van een jaar na de eerste overtreding wordt de drank- en horecavergunning ingetrokken wegens het niet langer voldoen aan artikel 8, eerste lid onder b. van de Drank- en Horecawet.

Artikel 12 Verstrekking alcohol aan jeugdigen

  • 1. Indien één van onderstaande overtredingen worden geconstateerd, ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing:

    • a.

      het verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen onder de 18 jaar (artikel 20, eerste lid van de Drank- en Horecawet);

    • b.

      de aanwezigheid van een persoon onder de 18 jaar in een slijtlokaliteit toelaten, anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder (artikel 20, tweede lid van de Drank- en Horecawet).

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen een periode van een jaar na de eerste overtreding wordt de drank- en horecavergunning ingetrokken wegens het niet langer voldoen aan artikel 8, eerste lid onder b. van de Drank- en Horecawet.

Artikel 12a overschrijding CO-norm door horeca activiteit shisha

  • 1. Indien sprake is van een overschrijding van de in artikel 2:31 sub d Apv genoemde CO-norm (30 ppm) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing en krijgt de ondernemer twee weken de tijd om schriftelijk aan te geven op welke wijze hij in de toekomst overschrijding van de CO-norm voorkomt.

  • 2. Bij een tweede overschrijding van de genoemde CO-norm wordt de shisha activiteit geschorst voor 3 maanden.

  • 3. Bij een derde overschrijding van de genoemde CO-norm wordt de shisha activiteit geschorst voor 6 maanden.

  • 4. Bij elke volgende overschrijding van de genoemde CO-norm en wanneer de overschrijding van de CO-norm hoger is dan 50 ppm is de burgemeester bevoegd om direct maatregelen (schorsing activiteit shisha of (tijdelijke) sluiting horeca-inrichting) te nemen en de stappen uit lid 2, lid 3 en lid 4 over te slaan.

Artikel 13 Geweldsincident

  • 1. Indien zich een geweldsincident heeft voorgedaan in of in de directe nabijheid van een horeca-inrichting wordt dit aangemerkt als een verstoring van de openbare orde als bedoeld in artikel 2:30 van de Apv 2015 en ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding krijgt de ondernemer twee weken de tijd om schriftelijk aan te geven op welke wijze hij in de toekomst dergelijke problemen zal voorkomen.

  • 3. Bij een derde overtreding binnen zes maanden na de tweede overtreding of het niet tijdig uitvoering geven aan het onder 2. genoemde wordt de horeca-inrichting gesloten voor en periode van acht weken.

  • 4. Bij herhaling van een geweldsincident of het uitblijven van het niet tijdig uitvoering geven aan het onder 2. en 3. genoemde volgt intrekking van de drank- en horecavergunning op grond van artikel 31, eerste lid onder c. van de Drank- en Horecawet.

  • 5. Het bepaalde onder 1. tot en met 4. laat onverlet de bevoegdheid van de burgemeester om de horeca-inrichting volledig te sluiten, en/of de drank- en horecavergunning in te trekken, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

    Daaronder wordt in ieder geval verstaan wanneer sprake is van ernstige incidenten zoals incidenten waarbij de aanwezigheid van of handel in steek- of vuurwapens is geconstateerd dan wel wanneer gebruik is gemaakt van één of meer steek- of vuurwapens, incidenten waarbij één of meer dodelijke slachtoffer(s) is/zijn gevallen, incidenten waarbij één of meer slachtoffer(s) ernstig gewond is/zijn geraakt, incidenten met grootschalige vechtpartijen al dan niet met slachtoffer(s), alsmede wanneer sprake is van ernstige zedendelicten en/of het toedienen van bedwelmende middelen zoals GHB (lijst II Opiumwet).

Artikel 14 Aanwezigheid en gebruik softdrugs

  • 1. Indien softdrugs zoals opgenomen in lijst II van de Opiumwet in een horeca-inrichting aanwezig zijn en/of worden gebruikt, ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing (overtreding artikel 3 sub C Opiumwet).

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt de horeca-inrichting gesloten voor een periode van drie maanden.

  • 3. Bij een derde overtreding binnen zes maanden na de onder 2. genoemde sanctieperiode wordt de horeca-inrichting gesloten voor een periode van drie maanden.

  • 4. Bij een volgende overtreding binnen zes maanden na de onder 3. genoemde sanctieperiode wordt de horeca-inrichting op grond van artikel 2:30 Apv 2015 definitief gesloten.

  • 5. Het bepaalde onder 1. tot en met 4. is niet van toepassing wanneer sprake is van een besloten lokaal waar softdrugs kunnen worden verkregen middels een daartoe strekken verlof uit de Drank- en Horecaverordening (coffeeshop).

Artikel 15 Aanwezigheid en gebruik harddrugs

  • 1. Indien harddrugs zoals opgenomen in lijst I van de Opiumwet in een horeca-inrichting aanwezig zijn en/of worden gebruikt, ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing (overtreding artikel 2 sub C Opiumwet).

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen zes maanden na de eerste overtreding wordt de horeca-inrichting gesloten voor een periode van zes maanden.

  • 3. Bij een volgende overtreding binnen een jaar na de onder 2. genoemde sanctieperiode wordt de horeca-inrichting op grond van artikel 2:30 Apv 2015 definitief gesloten.

Artikel 16 Handel in drugs

  • 1. Indien in een horeca-inrichting wordt geconstateerd dat soft- en/of harddrugs worden verhandeld, worden afgeleverd dan wel daartoe aanwezig zijn of wanneer er voldoende aanwijzingen daarvoor zijn, volgt een gesprek met de ondernemer en wordt het horecabedrijf gesloten voor een periode van zes maanden (overtreding artikelen 2 en/of 3 van de Opiumwet).

  • 2. Bij een tweede overtreding binnen een jaar na de onder 1. genoemde sanctieperiode wordt de horeca-inrichting op grond van artikel 13b Opiumwet definitief gesloten.

Artikel 17 Leidinggevende is van anderszins van slecht levensgedrag

  • 1. Indien een leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is (overtreding artikel 8, eerste lid onder b. Drank- en Horecawet) ontvangt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing.

  • 2. Bij een volgende overtreding binnen een periode van een jaar na de eerste overtreding wordt de drank- en horecavergunning ingetrokken wegens het niet langer voldoen aan artikel 8, eerste lid onder b. van de Drank- en Horecawet.

Artikel 18 Illegaal gokken

  • 1. Indien sprake is van gokken in een horeca-inrichting in strijd met de bepalingen uit de Wet op de kansspelen wordt de horeca-inrichting gesloten voor een periode van zes maanden.

  • 2. Bij een volgende overtreding binnen een jaar na de onder 2. genoemde sanctieperiode volgt intrekking van de drank- en horecavergunning op grond van artikel 31, eerste lid onder b. en c. van de Drank- en Horecawet.

  • 3. De burgemeester trekt de drank- en horecavergunning in ieder geval direct in als er voldoende aanwijzingen zijn dat er stelselmatig wordt gegokt en dit de ondernemer valt te verwijten.

Artikel 19 Cumulatie

  • 1. Indien zich twee of meer van de in artikelen 2 tot en met 18 genoemde overtredingen gelijktijdig voordoen binnen de aldaar genoemde perioden kan de burgemeester besluiten gebruik te maken van zijn bevoegdheid om de horeca-inrichting een vervroegde sluiting op te leggen en/of volledig te sluiten, de drank- en horecavergunning c.q. het drank- en horecaverlof te schorsen dan wel in te trekken.

Artikel 20 Bevoegdheid bestuursorgaan

  • 1. Het bepaalde onder de bovengenoemde artikelen laat onverlet de bevoegdheid van het bestuursorgaan om andere bestuursrechtelijke maatregelen te nemen als de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 2. Onder deze omstandigheden wordt, onder andere maar niet uitsluitend, verstaan:

    • a.

      het schorsen of intrekken van vergunningen of verloven;

    • b.

      het opleggen van een vroeger sluitingsuur of een binnenkomstuur;

    • c.

      het sluiten van de horeca-inrichting of het terras;

    • d.

      het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.

Artikel 21 Weigering drank- en horecavergunning

  • 1. Een aanvraag drank- en horecavergunning wordt geweigerd indien het schenken van alcohol op de betreffende locatie in strijd is met het bestemmingsplan en er geen omgevingsvergunning voor dat gebruik is verleend, omdat dan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvrage vermelde in overeenstemming zal zijn.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester, om andere dringende redenen, tijdelijk een drank- en horecavergunning verlenen.

Artikel 22 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten genomen krachtens het Horecasanctiebesluit 2013, die golden op het moment van de inwerkingtreding van dit Horecasanctiebesluit en besluiten die vallen onder de werking van het Horecasanctiebesluit 2013 en waarvoor dit Horecasanctiebesluit overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens dit Horecasanctiebesluit.

Artikel 23 Intrekking oude Horecasanctiebesluit

  • 1. Het Horecasanctiebesluit 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

Artikel 25 Slotbepaling en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Horecasanctiebesluit 2018".

Nota-toelichting

Toelichting op artikel 3

De bestuurlijke strafbeschikking kan herhaaldelijk worden opgelegd. Als de overtreding voortduurt kan het bestuursorgaan ervoor kiezen gebruik te maken van de bevoegdheden genoemd in artikel 20.

Toelichting op artikel 6

De afstand van minimaal 25 meter dient te worden gemeten vanaf de uiterste zijde(n) van het pand waarin de horeca-inrichting gevestigd is.

Toelichting op artikel 14 en 15

Indien sprake is van een handelshoeveelheid heeft de burgemeester de bevoegdheid de horeca-inrichting te sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet.