Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent standplaatsen (Beleidsregels standplaatsen Leiden 2020)

Geldend van 16-06-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent standplaatsen (Beleidsregels standplaatsen Leiden 2020)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

gelet op artikel 1:8 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent de verlening en weigering van vergunningen voor standplaatsen: Beleidsregels standplaatsen Leiden 2020

Inleiding

In de beleidsregels worden criteria vastgelegd die een nadere invulling geven aan de in artikel 1:8 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 vastgelegde weigeringsgronden van aanvragen voor een standplaats. Deze criteria vormen het uitgangspunt voor het bepalen van welke locaties voor een standplaats in aanmerking komen. De achtergrond, nadere invulling en toelichting van deze beleidsregels is vastgelegd in de separaat vastgestelde Notitie Standplaatsen Leiden 2020.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: Het college van burgemeester en wethouders van Leiden;

  • b.

    Standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

  • c.

    Aangewezen standplaats: een standplaats die voorkomt op het door het college vastgestelde standplaatsenplan als bedoeld in artikel 2;

  • d.

    Seizoensgebonden standplaats: Een standplaats die voor een bepaalde periode wordt uitgegeven voor de verkoop van producten passend bij die periode zoals oliebollen of schepijs.

  • e.

    Tijdelijke standplaats: Een standplaats die voor een korte periode, ten hoogste een dag worden ingenomen.

  • f.

    Vergunninghouder: hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

  • g.

    Marktmeester: de als zodanig door het college aangewezen ambtenaar.

Artikel 2 Standplaatsenplan

  • 1. Het college wijst locaties aan, waar in beginsel de mogelijkheid bestaat voor het innemen van een standplaats, door deze op te nemen in het standplaatsenplan (bijlage 1), bestaande uit:

    • a.

      een overzicht van de aangewezen standplaatsen (bijlage 1 a);

    • b.

      aanduiding daarvan op een overzichtstekening (bijlage 1 b);

  • 2. Het college kan bij besluit indien zij dit wenselijk en noodzakelijk acht locaties aan het standplaatsenplan toevoegen of eruit verwijderen. In de afweging om een standplaats toe te voegen of te verwijderen worden de volgende criteria meegewogen:

    • a.

      Het belang van de openbare orde en veiligheid en dan met name in die gevallen dat:

      • i.

        in de directe nabijheid een door de gemeente ingestelde markt wordt gehouden (tijdens marktdagen);

      • ii.

        het toevoegen van de standplaats resulteert in verkapte marktvorming doordat er vanuit meer dan twee verkoopwagens en/of kramen, die zich op minder dan 50 meter afstand van elkaar bevinden, gelijktijdig verkoop plaatsvindt;

      • iii.

        de doorgang voor hulpdiensten als politie, brandweer, ambulance wordt belemmerd. De vrije doorgang moet tenminste 4 meter zijn;

      • iv.

        het toevoegen van de standplaats het uitzicht belemmert op kruisingen, oversteekplaatsen of uitritten e.d;

      • v.

        de ter plaatse benodigde vrije doorgang voor het verkeer (zowel voetgangers, fietsers als gemotoriseerd verkeer) wordt belemmerd en er geen ruimte van minimaal 50 centimeter bij een blindengeleidestrook vrij blijft

    • b.

      Of het zicht op etalages en terrassen wordt belemmerd;

    • c.

      Of het uitzicht vanuit woningen en kantoren wordt belemmerd;

    • d.

      Of de toegang tot gebouwen wordt belemmerd;

    • e.

      Of het aanzien van monumentale gebouwen of stedenbouwkundige ensembles wordt aangetast;

    • f.

      Of het uitzicht op monumenten of kunstobjecten wordt aangetast;

    • g.

      Of het open karakter van pleinen wordt aangetast;

    • h.

      Of de beoogde locatie is gelegen op een parkeerplaats ten behoeve van belanghebbenden parkeren of waar parkeerbelasting wordt geheven;

Artikel 3 Karakter van de vergunning

  • 1. Een vergunning voor een vaste standplaats op grond van deze beleidsregels is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 2. Een vergunning voor een vaste standplaats op grond van deze beleidsregels wordt verleend voor de duur van ten hoogste tien jaren;

  • 3. Een vergunning voor een seizoensgebonden standplaats wordt verleend voor de in artikel 8 genoemde periode behorende bij de vanuit de standplaats te verkopen waren;

  • 4. Een vergunning voor een tijdelijke standplaats wordt verleend voor ten hoogste 1 dag;

  • 5. Een vergunning voor een incidentele standplaats tijdens een evenement wordt verleend voor de duur van het evenement.

Artikel 4 Vereisten

Om in aanmerking te komen voor een standplaatsvergunning is vereist dat de gegadigde een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is die:

  • a.

    zich kan legitimeren door een geldig identiteitsbewijs zoals nader aangegeven in de Wet op de identificatieplicht en in het geval van een vreemdeling volgens de Vreemdelingenwet 2000 zich door middel van een geldig verblijfsdocument aan kan tonen, dat hij/zij de bevoegdheid heeft om in Nederland te mogen verblijven en te werken c.q. te ondernemen; en

  • b.

    kan aantonen te hebben voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van de bedrijfsuitoefening- en organisatie; en

  • c.

    kan aantonen dat de verkoopinrichting voldoet aan de eisen, die daaraan bij of krachtens de Wet Milieubeheer worden gesteld.

Artikel 5 Toewijzing standplaatsen

  • 1. Aanvragen voor een (vaste) standplaatsvergunning worden behandeld in volgorde van datum en tijdstip van binnenkomst van de aanvraag bij de gemeente.

  • 2. Een aanvrager dient zich voor elke door hem gewenste standplaats apart in te schrijven.

  • 3. Een standplaats kan aan meer dan één persoon worden gegund indien de aanvragen voor een vergunning voor andere dagen in de week worden gedaan.

Artikel 6 Omschrijving van de standplaats in de vergunning

  • 1. Een toegewezen standplaats wordt in de betreffende vergunning duidelijk omschreven, met vermelding van o.a. de maximumoppervlakte die met de standplaats mag worden ingenomen en van de categorie waren die op de standplaats mogen worden verkocht.

  • 2. De standplaats moet worden ingenomen overeenkomstig de bij de vergunning behorende situatietekening.

Artikel 7 Voorwaarden gebruik standplaats

  • 1. Een standplaats kan, mits de situatie ter plaatse dat toelaat, worden ingenomen met een verkoopwagen of kramen, waarvan de frontbreedte niet meer dan 6 meter en de diepte niet meer dan 2.50 meter mag zijn. Het college kan in bijzondere gevallen, afhankelijk van de locatie een afwijking van de maximale afmetingen toestaan.

  • 2. Van de standplaatsvergunning mag gebruik gemaakt worden tijdens de openingstijden welke zijn opgenomen in de Winkeltijdenwet, behoudens beperkingen die voortvloeien uit de in artikel 2 opgenomen criteria voor de toepassing van weigeringsgronden.

  • 3. De vergunninghouder mag vanaf de standplaats geen muziek ten gehore brengen.

  • 4. De vergunninghouder mag geen gebruik maken van luidsprekers, versterkers of andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 5. Vanaf een tijdelijke standplaats is het niet toegestaan om waren of diensten aan te bieden of producten uit te delen in het kader van promotiecampagnes, het zogenaamde samplen.

  • 6. De vergunninghouder verwijdert dagelijks de verkoopinrichting en laat de standplaats en de directe omgeving dagelijks schoon achter.

  • 7. Het college is bevoegd nadere voorschriften voor het gebruik van de standplaats aan de vergunning te verbinden.

Artikel 8 Seizoensgebonden standplaatsen

  • 1. Voor het innemen van een standplaats voor de verkoop van seizoensgebonden producten wordt vergunning verleend in de periode van 1 april tot en met 30 september of van 1 oktober tot en met 31 maart.

  • 2. Voor ingebruikname van seizoensgebonden standplaatsen dient men aan de volgende voorwaarden te voldoen:

    • a.

      enkel het gebruik van handkarren en open karren is toegestaan;

    • b.

      de verkoopinrichting heeft een maximale afmeting van 3m2;

    • c.

      op ooghoogte is volledig doorzicht mogelijk.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt voor het innemen van een standplaats voor de verkoop van oliebollen slechts vergunning verleend in de periode van 1 november tot en met 14 januari, voor kerstbomen van 6 december tot en met 24 december.

  • 4. Artikel 8, lid 2 is niet van toepassing op het bedoelde in artikel 8, lid 3.

  • 5. Artikel 5, lid 3 is niet van toepassing op de in lid 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde standplaatsen.

Artikel 9 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1. Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. Op verzoek van het college of daartoe door hen aangewezen ambtenaren legitimeert de vergunninghouder zich door middel van een geldig identiteitsbewijs, voorzien van een goed gelijkende foto.

  • 3. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 10 Ontheffing en vervanging

  • 1. Bij ziekte en vakantie van de vergunninghouder kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 9, eerste lid.

  • 2. De periode van vervanging wegens ziekte van de vergunninghouder bedraagt maximaal zes maanden, gerekend vanaf de eerste dag van afwezigheid. Indien de ziekte voortduurt zal na zes maanden de vergunninghouder ter keuring worden aangemeld bij de GGD Hollands Midden of het Indicatieorgaan.

  • 3. De periode van vervanging wegens vakantie van de vergunninghouder bedraagt maximaal zes weken.

  • 4. Wanneer een vergunninghouder zijn verkoopwagen aan een ander verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, verschaft dat de koper, huurder of gebruiker geen enkel recht op een vergunning voor deze standplaats.

Artikel 11 Wachtlijst

  • 1. Gegadigden voor het verkrijgen van een vaste standplaatsvergunning op een specifieke locatie kunnen zich registreren op een wachtlijst. Het registreren vindt plaats middels een door het college vastgesteld formulier dat gepubliceerd is op de website van de gemeente Leiden.

  • 2. Het college houdt per standplaats een aparte wachtlijst bij, een gegadigde kan zich voor meerdere staanplaatsen registreren.

  • 3. Zij die in het bezit zijn van een vaste standplaatsvergunning en in aanmerking willen komen voor een standplaats elders in de gemeente kunnen zich eveneens op de wachtlijst laten plaatsen.

  • 4. De volgorde op de wachtlijst wordt bepaald op basis van de datum en tijdstip van binnenkomst van de registratie.

  • 5. Indien een standplaats vrijkomt stelt het college deze beschikbaar aan de wachtlijst voor die standplaats geplaatste gegadigden.

  • 6. Na toewijzing van een vaste standplaatsvergunning vervalt de registratie op alle wachtlijsten.

  • 7. Indien aan een gegadigde als bedoeld in het tweede lid een standplaatsvergunning wordt verleend vervalt de eerder aan deze gegadigde verleende standplaatsvergunning.

Artikel 12 Toezicht

De marktmeester en andere daartoe aangewezen ambtenaren zijn belast met het toezicht op de bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening gegeven voorschriften in verband met het innemen van standplaats tot verkoop van waren als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 13 Intrekken oude beleidsregels

De Notitie Standplaatsen Gemeente Leiden (BW11.0134) vervalt op de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de Notitie Standplaatsen Gemeente Leiden (BW11.0134) en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze beleidsregels.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels een aanvraag om vergunning op grond van de Notitie Standplaatsen Gemeente Leiden (BW11.0134) is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze beleidsregels toegepast.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels standplaatsen Leiden 2020’.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die waarop zij zijn bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 8 december 2020,

de secretaris,

mw. drs. P.M. van Vliet

de burgemeester,

dhr. drs. H.J.J. Lenferink

Bijlage 1a Overzicht standplaatsen

 

Vaste Standplaatsen 2020

 
 

Locatie

Grootte

1

Kamerlingh Onnesplein / Lammenschansweg

10m2

2

IJsselkade

16m2

3

Montgommerystraat / Vijf Meiplein

4m2

4

Brahmslaan / Kenneylaan 1

8m2

5

Diamantlaan / Opaalstraat

4m2

6

Diamantplein

16m2

7

Stevensbloem / Ina Boudier Bakkerplein

4m2

8

Stationsplein

8m2

9

Stationsplein

8m2

10

Rosmolen

8m2

11

Pelmolen

3m2

12

Oesterbank

10m2

13

Kooiplein / Surinamestraat

13m2

14

Haarlemmerstraat / Pelikaanstraat

4m2

15

Haarlemmerstraat / Lang Mare

6m2

16

Haarlemmerstraat / Vrouwenkerkkoorstraat

3m2

17

Garenmarkt / Levendaal

4m2

18

Bargelaan Terrein LUMC

4m2

19

Bevrijdingsplein 1

8m2

20

Bevrijdingsplein 2

8m2

 

Seizoensgebonden standplaatsen 2020

 
 

Locatie

Grootte

1

Bevrijdingsplein

20m2

2

Vijf Meiplein

12m2

3

Brahmslaan / Kennedylaan 1

12m2

4

Stevensbloem 2

12m2

5

Ketelmeerlaan / Torenmolen

14m2

6

Hoge Rijndijk / Cobetstraat

20m2

7

Garenmarkt

10m2

8

Diamantplein

13m2

9

Korevaarstraat / Jan van Houtkade

3m2

10

Doezastraat / Boisotkade

3m2

11

Station / Bargelaan

 

 

Tijdelijke Standplaatsen 2020

 

Locatie

1

Beestenmarkt

2

Stationsplein

3

Molenwerf

4

Bevrijdingsplein

5

Kopermolen

6

Stadhuisplein

7

Stevensbloem

8

Haarlemmerstraat

Bijlage 1b Overzichtskaart

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Voorwaarden verbonden aan het innemen van een standplaats in de gemeente Leiden

  • 1.

    plaatsing geschiedt op de wijze zoals deze in de tekening behorende bij de vergunning is aangegeven en op aanwijzing van de toezichthouder;

  • 2.

    alle overige aanwijzingen, te geven door de marktmeester of andere toezichthouders moeten strikt worden opgevolgd;

  • 3.

    behoudens toestemming van het college is het niet mogelijk, dat u op uw standplaats wordt vervangen, met uitzondering van noodzakelijke afwezigheid van kortstondige aard;

  • 4.

    de vergunning moet te allen tijde op de standplaats aanwezig zijn, waarbij de vergunninghouder zich op verzoek van de bovengenoemde ambtenaren moet kunnen legitimeren door middel van een geldig legitimatiebewijs;

  • 5.

    de inrichting van de mobiele standplaats moet zodanig zijn, dat deze geen enkel gevaar oplevert voor de gebruiker en voor het publiek;

  • 6.

    voor het aanbrengen van een elektrische leiding dient toestemming gevraagd te worden bij het netbeheerder Liander, zijn rechtsopvolger; een eventueel aan te brengen elektrische leiding moet zich minimaal 4 meter boven de grond bevinden;

  • 7.

    bij standplaatsen met bakinrichtingen moet een goedgekeurd brandblusapparaat aanwezig zijn;

  • 8.

    uitsluitend recentelijk goedgekeurde gasflessen mogen op de standplaats worden gebruikt; het gebruik van zogenaamde l.p.g. tanks is verboden;

  • 9.

    gasflessen moeten buiten bereik, in een uitsluitend daartoe bestemde en geventileerde ruimte, worden opgesteld en daarnaast gemakkelijk bereikbaar zijn voor gebruiker/brandweer; hierbij geldt een maximum van 3 gasflessen per standplaats.

  • 10.

    olie-, meel- of deegresten mogen niet via straat- of rioolputten worden afgevoerd;

  • 11.

    de doorgang voor publiek en verkeer moet te allen tijde gewaarborgd blijven;

  • 12.

    op de standplaats mag uitsluitend worden verkocht gedurende de uren die in de Winkeltijdenwet voor verkoop zijn bepaald;

  • 13.

    de standplaats en omgeving moeten steeds schoon worden gehouden en na ontruiming van de standplaats veegschoon en van afval ontdaan worden achtergelaten;

  • 14.

    bij het niet ontruimd en veegschoon achterlaten van uw standplaats, zal deze op uw kosten worden ontruimd en schoongemaakt;

  • 15.

    voor het innemen van een standplaats op de openbare weg is standplaatsgeld verschuldigd als bedoeld in de vigerende Verordening markt en staangeld;

  • 16.

    alle schade ten gevolge van het gebruik maken van deze vergunning, toegebracht aan gemeente- of andere eigendommen komen voor rekening van de vergunninghouder.